Katsushika
Hokusai was een Japanse ukiyo-e kunstenaar en schilder.
Hij heeft binnen alle
genres van ukiyo-e gewerkt, maar het beroemdst werd hij door zijn
landschapsafbeeldingen.
Op 14-jarige leeftijd ging hij in de leer
bij een graveur, waar hij tot zijn 18de de houtsnijkunst beoefende.
Op 19-jarige leeftijd, toen hij al wat ervaring had opgedaan met houtsnijkunst, begon hij te werken in het atelier van de ukiyo-e-kunstenaar Katsugawa Shunso ( 1726-1792), die gespecialiseerd was in portretten van acteurs. Onder de naam Katsukawa Shunrō maakte hij prenten van vrouwen (bijin-ga) en Kabuki-artiesten (Yakusha nigao-e).
Op 19-jarige leeftijd, toen hij al wat ervaring had opgedaan met houtsnijkunst, begon hij te werken in het atelier van de ukiyo-e-kunstenaar Katsugawa Shunso ( 1726-1792), die gespecialiseerd was in portretten van acteurs. Onder de naam Katsukawa Shunrō maakte hij prenten van vrouwen (bijin-ga) en Kabuki-artiesten (Yakusha nigao-e).
Hij heeft meer dan 50 namen gebruikt om zijn werken te tekenen, maar de naam Hokusai waar hij zo bekend om staat, heeft hij pas vanaf zijn 46e gebruikt.
Hokusai maakte meer dan 30.000 tekeningen
en publiceerde een serie schetsboeken die uit 15 delen bestaat (1814-1848),
waarin duidelijker dan ooit tevoren het leven in zijn tijd, vooral van het
straatleven in en om Edo, getekend staat. Buiten deze boeken en
prenten tekende hij ook vele surimono. Hierna leerde Shiba Kōkan hem
de basis van het Europese perspectief en daarnaast was hij erg geïnteresseerd
in de Tosa-stijl, de Chinese schilderkunst uit de Ming-periode en de
schilderkunst van Kōrin (1663-1743).
Zoals vele andere ukiyo-e kunstenaars was hij een liefhebber van het landschap, dit liet hij zien door het op een nieuwe, verjongde manier weer te geven. Hij ging minder kleuren gebruiken, maar maakte ze genuanceerder en heftiger. Dit beklemtoonde de kracht in al zijn werken.
Zijn bekendste werken maakte hij na zijn zestigste. ‘Fugaku Sanjūrokkei’ (‘Zesendertig gezichten op de berg Fuji’) maakte hij in 1831 nadat hij door zijn kleinzoon in ernstige financiële problemen was gekomen. Hij gebruikte in deze werken vaak in plaats van het bekende plantaardige indigoblauw, het betrekkelijk nieuwe Pruisisch blauw, een chemische kleurstof die in Japan pas vanaf 1829 bekend was.
Zijn meest bekende werk is ‘Kanagawa Oki Nami Ura’ (‘De grote golf bij Kanagawa’). Deze golf verbeeldt de kracht van de natuur en de kracht van de roeiers in de bootjes. Op de achtergrond staat de berg Fuji, maar Hokusai heeft hem waarschijnlijk ook in de voorste golf afgebeeld, aangezien die golf precies dezelfde omvang heeft als de Fuji vanuit een ander perspectief. Dit werk heeft sindsdien veel kunstenaars geïnspireerd, maar ook veel tekenaars van politieke (spot)prenten.
Hokusai had niet veel invloed op zijn landgenoten in die tijd. Hij heeft wel veel invloed gehad op Hiroshige, Kunisada en Kuniyoshi. Uiteraard had hij ook invloed op zijn leerlingen, de bekendste hiervan zijn Hokkei, Shinsai, Hokuju en Hokutai.
Voor vele westerse schilders was de
techniek van Hokusai typisch Japans, hoewel dit in Japan juist als een redelijk
Westerse stijl werd gezien.
Op 68 jarige leeftijd
kreeg hij een beroerte waarvan hij uiteindelijk genas dankzij traditionele
geneeskunde. Tien jaar later (1839) brandde zijn huis af, samen met al zijn
notities en schetsen.
Zijn lichaam werd begraven in de Seikyo-ji-tempel in Taito, Tokyo.
Zijn lichaam werd begraven in de Seikyo-ji-tempel in Taito, Tokyo.
De intense blauwe kleur van de golf bereikte de kunstenaar met ‘Berlijns blauw.' Het was een nieuw chemisch pigment afkomstig uit China, dat bij het maken van de prent nog niet zo lang verkrijgbaar was. Al gauw werd de serie een commercieel succes, waarop de uitgever het werk zo vaak reproduceerde als hij het maar kon verkopen. De herdrukken hebben zwarte omtreklijnen, in plaats van blauwe, zoals in de eerste druk is toegepast. https://www.poster-en-kunstdrukken.nl/schilderijen/kunstenaar-katsushika-hokusai.html
BeantwoordenVerwijderen