De eerste Westerlingen die in Japan
aankwamen waren de Portugezen. Al snel probeerden ze de Japanners te bekeren
tot het christendom. De Japanners zagen dit als bedreiging en besloten een
nieuwe wet in te voeren. Geen enkele buitenlander mocht Japan in en Japanners
mochten Japan niet uit, bij overtreding gold de doodstraf. Hier brak de periode
van Sakoku aan, wat letterlijk 'vastgeketend land' betekent.
Als uitzondering werden handelsposten
gebouwd op Dejima, een klein eiland voor de kust van Nagasaki. Bepaalde
buitenlanders mochten alleen op dit eiland komen en Japanners mochten alleen op
Dejima komen als ze gecertificeerd waren om te handelen of daar in de haven
werkten. Alleen Nederlanders, Engelsen, Chinezen en Koreanen mochten op Dejima
komen. De Engelsen vertrokken snel, wegens economische redenen, waardoor de VOC
de enige was die goederen uit Japan naar Europa kon brengen. Er was dus
eigenlijk geen sprake van sakoku (complete isolatie), maar van kaikin
(maritieme beperkingen).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten